Het FAVV verleent de productie-eenheid in Aarlen van Ferrero een vergunning met voorwaarden. “Die vergunning is de eerste stap naar een definitieve vergunning”, meent minister van Landbouw, David Clarinval.
In maart zijn consumenten ziek geworden na het eten van chocoladeproducten van het merk Kinder. Na epidemiologisch onderzoek en analyse van monsters legde het FAVV een verband met de Ferrero-fabriek in Aarlen. De dienst stelde onmiddellijk een grondig onderzoek in bij Ferrero in Aarlen. Op 8 april besliste het FAVV om de erkenning van die fabriek in te trekken. Alle Kinder-producten van deze productieplaats werden teruggeroepen.
Voorwaardelijke vergunning
In mei diende Ferrero bij het FAVV een verzoek in om de productie te mogen hervatten. Vandaag, 17 juni, is die vergunning verleend. Het gaat om een periode van 3 maanden. Gedurende die tijd zullen de grondstoffen en elke partij geproduceerde levensmiddelen worden geanalyseerd. Alleen als de resultaten van die analyses in overeenstemming zijn met de regelgeving, mogen de producten op de markt worden gebracht.
het FAVV voerde de laatste weken inspecties ter plaatse uit. Daarbij werden de interne procedures van Ferrero en de infrastructuur van de fabriek geanalyseerd. Het FAVV is van oordeel dat Ferrero vandaag de nodige garanties biedt inzake voedselveiligheid.
Verder controleren en hopelijk na 3 maanden een definitieve vergunning
Het FAVV koos voor een voorwaardelijke vergunning. “Het is van essentieel belang dat we alle interne procedures kunnen blijven controleren bij hervatting van de fabriek. Indien de resultaten van de inspecties aan het eind van die drie maanden gunstig zijn, kan een definitieve vergunning worden afgegeven”, aldus het FAVV
Minister van Landbouw David Clarinval, bevoegd voor het FAVV: “Ik ben verheugd over het goede werk dat het FAVV in dit ingewikkelde dossier heeft verricht. De voorwaardelijke vergunning voor de Ferrero-fabriek in Aarlen is de eerste stap naar een definitieve vergunning. Ik zal de ontwikkelingen op de voet blijven volgen.”
foto: Wikimedia Commons
Geef als eerste een reactie