Het Franse Astreïa, een fabrikant van elektrische graanmolens om graan tot meel te malen, heeft een vertegenwoordiger in België aangesteld om de verkoop van hun doe-het-zelf molens onder Vlaamse bakkers en boeren te stimuleren. Een andere Franse fabrikant van kleine molens heeft al eentje in Vlaanderen verkocht. Er ontstaan lokale projecten voor brood van lokaal geteelde granen. VILT onderzocht of er perspectieven zijn voor de verwerking en commercialisering van lokaal geteelde baktarwe in ons land?
Thierry Beaucarne gelooft dat de markt weliswaar beperkt is, maar dat het een interessante niche vertegenwoordigt. De Nederlandstalige biologische boer uit Moeskroen verbouwt baktarwe op vijf hectare, met een opbrengst van vier tot zes ton per hectare. Hij verkoopt een deel van zijn graan aan een industriële molenaar en de rest aan de IJzerkotmolen in Zwalm. “Een echtpaar heeft de watermolen gerenoveerd en is anderhalf jaar geleden begonnen met het malen van lokaal geteeld graan.”
Beaucarne koopt een deel van het meel terug en verkoopt het aan verschillende gespecialiseerde biologische winkels in de buurt. Volgend jaar wil de molenaar zijn productie verhogen tot 30 ton meel, gemaakt van biologisch geteelde tarwe, spelt en rogge. “Hij zal een beroep doen op de coöperatie van graantelers Biograno, die ik mede heb opgericht en waar verschillende telers lid van zijn,” legt Beaucarne uit.
Naast kleinschalige verwerking in traditionele arbeidsintensieve molens zijn er ook moderne doe-het-zelf graanmolens. Volgens de Franse molenproducent Moulin de Biocourt, die eind september met VILT sprak op de beurs voor biologische landbouw Tech&Bio in Zuid-Frankrijk, is er een groeiende vraag naar deze kleine graanmolens die 20 kilo meel per uur kunnen malen. “We verkopen ongeveer 12 machines per jaar, meestal aan bakkerijen en groepen boeren die een aantrekkelijke prijs kunnen vragen voor brood gemaakt met lokaal geteelde baktarwe.”
Glutenallergie en intense smaak
Hoewel Beaucarne potentieel ziet voor kortketen-bakmeel, erkent hij bepaalde beperkende factoren. “De Fransen hebben een sterke broodtraditie. Ik heb gehoord dat ambachtelijk brood van lokaal geteelde baktarwe voor acht euro per kilogram wordt verkocht. In België kunnen we niet verwachten dat we die prijzen kunnen vragen. Mensen zullen het brood niet kopen tegen dat tarief.” Hij denkt dat het promoten van ambachtelijk brood, zoals gedaan wordt met “Label Rouge” in Frankrijk, de interesse zou kunnen doen toenemen.
Gluten, gezondheid en smaak
Dylan Feyaerts, de communicatiecoördinator van het experimentele platform Agro-Ecologie Hansbeke, dat onderzoek doet naar graanopbrengst, graankwaliteit en biodiversiteit van agro-ecologische versus conventionele granen, ziet een groeiende interesse in lokaal ambachtelijk brood. “Er zijn meer mensen met glutenintolerantie die moeite hebben met modern brood en zich wenden tot ambachtelijk brood gemaakt van lokale, oude graanvariëteiten. Modern graan is gekweekt voor een hoger glutengehalte om zachter brood te produceren. Oudere graansoorten hebben minder gluten.”
Hij merkt ook verschillen in smaak op. “In tegenstelling tot industriële verwerkers, verwijderen kleinschalige graanverwerkers niet noodzakelijkerwijs de kiem uit de graankorrel. Industriële verwerkers doen dit om een breed scala aan toepassingen voor hun meel te bieden. De kiem bevat de meeste natuurlijke smaakstoffen, voedingsstoffen en essentiële oliën. Het is lekkerder en natuurlijk gezonder, hoewel smaak altijd subjectief is.”
Lokaal graan
Feyaerts haalt het voorbeeld aan van Artemeersmolen in Poeke. Dit Oost-Vlaamse molenbedrijf produceert onder de handelsnaam Flourpower 250 ton biologisch gecertificeerde molenproducten van lokaal geteelde variëteiten. “Een ander voorbeeld is Boerenencompanie, een coöperatieve boerderij in Heverlee, die zich bezighoudt met de productie van groenten, graan, zuivel, fruit en vlees. Ze malen hun eigen graan en graan gekocht van externe bronnen.”
De Franse doe-het-zelf molenfabrikant Moulin de Biocourt zegt vorig jaar zijn eerste exemplaar van de €23.000 kostende molen te hebben verkocht aan Jan Cornelis. Hij schrijft op Facebook: “Ik ben een bakker uit België. Samen met een lokale boer ben ik betrokken bij het opzetten van een kleine molen. We richten ons op oude graanvariëteiten geteeld in een agro-ecologische toekomst.”
Meer werk, weinig winst
Astréia (de fabrikant van de Astrié graanmolen) ziet ook groeipotentieel in de Belgische markt en heeft momenteel een vertegenwoordiger in opleiding, zoals vermeld op de Tech&Bio beurs. De vertegenwoordiger zal ook contact opnemen met biologische boer Beaucarne, die op zoek is naar een graanborstel om zijn graan te reinigen voordat het aan de molenaar wordt geleverd. “Industriële verwerkers kunnen het graan zelf schoonmaken, maar voor ambachtelijke molenaars is het een grotere uitdaging.”
Dit is een van de vele extra vereisten die gepaard gaan met de ambachtelijke verwerking van graan tot bakmeel. “Het gereinigde graan wordt ook geleverd in zakken van 25 kilo,” zegt Beaucarne, wat de arbeidsintensieve aard illustreert. “Het kan op dit moment niet worden beschouwd als een winstgevende operatie, maar het is een leuk project om mee te beginnen,” legt de biologische boer uit op de Franse beurs.
Steun voor de landbouwers?
Feyaerts is het daarmee eens, maar hij ziet wel mogelijkheden voor lokaal bakmeel om verder te gaan dan een niche. “De Vlaamse overheid moet initiatieven van lokale boeren wel ondersteunen. Hij noemt het voorbeeld van Cultivaé in Wallonië. “Het is een coöperatie van verschillende Waalse boeren die met de hulp van de Waalse overheid hebben geïnvesteerd in een faciliteit voor de opslag en reiniging van lokaal geproduceerde granen en oliezaden. Zo kunnen ze voldoen aan de vraag van industriële verwerkers.”
Bron: VILT
Geef als eerste een reactie